Automatische vertaling
De Twee Werelden
Observeren en jezelf observeren zijn twee totaal verschillende dingen, maar beide vereisen aandacht.
Bij observatie is de aandacht naar buiten gericht, naar de buitenwereld, door de vensters van de zintuigen.
Bij zelfobservatie is de aandacht naar binnen gericht en daarvoor zijn de externe waarnemingszintuigen niet geschikt, reden te meer waarom het voor de beginner moeilijk is om zijn intieme psychologische processen te observeren.
Het uitgangspunt van de officiële wetenschap in haar praktische kant is het waarneembare. Het uitgangspunt van het werk aan zichzelf is zelfobservatie, het zelfwaarneembare.
Ongetwijfeld leiden deze twee uitgangspunten, zoals hierboven vermeld, ons in totaal verschillende richtingen.
Iemand zou oud kunnen worden, verstrikt in de meegaande dogma’s van de officiële wetenschap, door externe fenomenen te bestuderen, cellen, atomen, moleculen, zonnen, sterren, kometen, enz. te observeren, zonder in zichzelf enige radicale verandering te ervaren.
Het soort kennis dat iemand innerlijk transformeert, zou nooit bereikt kunnen worden door externe observatie.
De ware kennis die werkelijk een fundamentele innerlijke verandering in ons kan veroorzaken, is gebaseerd op de directe zelfobservatie van zichzelf.
Het is dringend noodzakelijk om onze gnostische studenten te vertellen dat ze zichzelf observeren en in welke zin ze zichzelf moeten observeren en de redenen daarvoor.
Observatie is een middel om de mechanische omstandigheden van de wereld te veranderen. Innerlijke zelfobservatie is een middel om intiem te veranderen.
Als gevolg of corollarium van dit alles kunnen en moeten we nadrukkelijk stellen dat er twee soorten kennis bestaan, de externe en de interne, en dat tenzij we in onszelf het magnetische centrum hebben dat de kwaliteiten van kennis kan onderscheiden, deze vermenging van de twee vlakken of orden van ideeën ons tot verwarring zou kunnen leiden.
Sublieme pseudo-esoterische doctrines met een uitgesproken wetenschappelijk karakter behoren tot het terrein van het waarneembare, maar worden door veel aspiranten aanvaard als interne kennis.
We bevinden ons dus voor twee werelden, de buitenwereld en de innerlijke wereld. De eerste wordt waargenomen door de zintuigen van externe waarneming; de tweede kan alleen waarneembaar zijn door middel van het zintuig van interne zelfobservatie.
Gedachten, ideeën, emoties, verlangens, hoop, teleurstellingen, enz. zijn innerlijk, onzichtbaar voor de gewone, alledaagse zintuigen en toch zijn ze voor ons echter dan de eettafel of de fauteuils in de woonkamer.
Het is zeker dat we meer in onze innerlijke wereld leven dan in de buitenwereld; dit is onweerlegbaar, onbetwistbaar.
In onze innerlijke werelden, in onze geheime wereld, houden we van, begeren, verdenken we, zegenen we, vervloeken we, verlangen we, lijden we, genieten we, worden we bedrogen, beloond, enz., enz., enz.
Ongetwijfeld zijn de twee werelden, de innerlijke en de uiterlijke, experimenteel verifieerbaar. De uiterlijke wereld is het waarneembare. De innerlijke wereld is het zelfwaarneembare in zichzelf en in zichzelf, hier en nu.
Wie werkelijk de “Innerlijke Werelden” van de planeet Aarde of van het Zonnestelsel of van de Galaxie waarin we leven wil kennen, moet eerst zijn intieme wereld, zijn innerlijke, persoonlijke leven, zijn eigen “Innerlijke Werelden” kennen.
“Mens, ken jezelf en je zult het Universum en de Goden kennen”.
Hoe meer men deze “Innerlijke Wereld” genaamd “Jezelf” verkent, hoe meer men zal begrijpen dat men tegelijkertijd in twee werelden leeft, in twee realiteiten, in twee sferen, de uiterlijke en de innerlijke.
Net zoals het voor iemand onmisbaar is om te leren lopen in de “buitenwereld”, om niet in een afgrond te vallen, niet te verdwalen in de straten van de stad, zijn vriendschappen te selecteren, niet met slechteriken om te gaan, geen vergif te eten, enz., zo leren we ook, door middel van het psychologische werk aan zichzelf, te lopen in de “Innerlijke Wereld”, die verkend kan worden door middel van de zelfobservatie van zichzelf.
In werkelijkheid is het zintuig van zelfobservatie van zichzelf geatrofieerd in het decadente menselijk ras van dit duistere tijdperk waarin we leven.
Naarmate we volharden in de zelfobservatie van onszelf, zal het zintuig van intieme zelfobservatie zich geleidelijk ontwikkelen.