Ga naar inhoud

Zelfobservatie

De intieme zelfobservatie is een praktische manier om een radicale transformatie te bereiken.

Kennen en observeren zijn verschillend. Velen verwarren zelfobservatie met kennen. We weten dat we op een stoel in een kamer zitten, maar dat betekent niet dat we de stoel observeren.

We weten dat we op een bepaald moment in een negatieve toestand verkeren, misschien met een probleem of bezorgd over dit of dat, of in een staat van onrust of onzekerheid, enz., maar dat betekent niet dat we het observeren.

Voelt u een antipathie tegen iemand? Kunt u iemand niet uitstaan? Waarom? U zult zeggen dat u die persoon kent… Alstublieft! Observeer hem, kennen is nooit observeren; verwar kennen niet met observeren…

Zelfobservatie, die honderd procent actief is, is een manier om jezelf te veranderen, terwijl kennen, dat passief is, dat niet is.

Kennen is zeker geen daad van aandacht. Aandacht gericht op het innerlijk, op wat er in ons gaande is, is wel iets positiefs, actiefs…

In het geval van een persoon tegen wie men een antipathie heeft zomaar, omdat het ons bevalt en vaak zonder enige reden, merkt men de menigte gedachten op die zich in de geest ophopen, de groep stemmen die wanordelijk in onszelf spreken en schreeuwen, wat ze zeggen, de onaangename emoties die in ons opkomen, de onaangename smaak die dit alles in onze psyche achterlaat, enz., enz., enz.

Het is duidelijk dat we ons in die toestand ook realiseren dat we de persoon tegen wie we een antipathie hebben innerlijk zeer slecht behandelen.

Maar om dit alles te zien, is ongetwijfeld een aandacht nodig die opzettelijk op het innerlijk is gericht; niet een passieve aandacht.

De dynamische aandacht komt in werkelijkheid van de observerende kant, terwijl de gedachten en emoties tot de geobserveerde kant behoren.

Dit alles doet ons begrijpen dat kennen iets volkomen passiefs en mechanischs is, in duidelijk contrast met de zelfobservatie, die een bewuste daad is.

We willen hiermee niet zeggen dat er geen mechanische zelfobservatie bestaat, maar dit type observatie heeft niets te maken met de psychologische zelfobservatie waarnaar we verwijzen.

Denken en observeren zijn ook heel verschillend. Iedereen kan zich de luxe veroorloven om over zichzelf na te denken zoveel hij wil, maar dat betekent niet dat hij zichzelf werkelijk observeert.

We moeten de verschillende “ikken” in actie zien, ze in onze psyche ontdekken, begrijpen dat er in elk van hen een percentage van ons eigen bewustzijn zit, spijt hebben dat we ze hebben gecreëerd, enz.

Dan zullen we uitroepen. “Maar wat doet dit Ik?” “Wat zegt hij?” “Wat wil hij?” “Waarom kwelt hij me met zijn lust?”, “Met zijn woede?”, enz., enz., enz.

Dan zullen we in onszelf die hele stoet van gedachten, emoties, verlangens, passies, privé-komedies, persoonlijke drama’s, uitgewerkte leugens, toespraken, excuses, morbide ideeën, lusthoven, beelden van wellust, enz., enz., enz. zien.

Vaak, voordat we in slaap vallen, op het precieze moment van de overgang tussen waken en slapen, horen we in onze eigen geest verschillende stemmen die met elkaar praten, het zijn de verschillende Ikken die op dat moment elke verbinding met de verschillende centra van onze organische machine moeten verbreken om zich vervolgens onder te dompelen in de moleculaire wereld, in de “Vijfde Dimensie”.